Nagenoeg alle instellingen in Civil 3D worden aangestuurd door de template. Je kunt het niet zo gek bedenken of je kunt het instellen in de tekening waarmee je begint met tekenen. De naam van nieuwe objecten bijvoorbeeld, dat een nieuwe Surface ‘DTM plus volgnummer’ moet heten, dat de standaardstijl voor nieuwe Alignments ‘BNL_Ontwerp Layout’ moet zijn, maar ook of je een dialoogvenster wilt zien bij bepaalde commando’s.

De meeste ontwerpers hebben niet zoveel met de template te maken, ze downloaden de Nederlandse Country Kit voor Civil 3D en hebben daarmee een mooie template die NLCS toepast voor alle weergavestijlen. Vanaf Civil 3D 2023 heet het overigens ‘Dutch Content’, want het is meer dan alleen een template. Elk jaar wordt vanuit de Civil Infra Benelux gebruikersgroep de template en content nagelopen en verbeterd.

Ondanks dat de template prima werkbaar is, heel goed werkbaar zelfs, voor alle voorkomende civieltechnische projecten, kan het best de moeite lonen om binnen je organisatie wat verder te kijken naar de mogelijkheden.

Laagnamen

Eén van de instellingen die niet in de Country Kit template is voorgedefinieerd, is het aanmaken van laagnamen per nieuw object. Bijvoorbeeld dat elk terreinmodel of elke Alignment op zijn eigen laag komt. Het hoeft niet natuurlijk, maar het kan best wenselijk zijn. Zo kun je per Viewport objecten zichtbaar of onzichtbaar maken als je op laagniveau de weergave wilt regelen. Maar hoe maak je nu standaard een laagnaam per object aan?

Via het commando EDITDRAWINGSETTINGS kom je in een dialoogvenster waarin je diverse instellingen kunt doen. Bijvoorbeeld een default CRS of de toe te passen eenheden. Als je het tabblad Object Layers opent, zie je dat elk object een default laagnaam krijgt. Bijvoorbeeld een Alignment wordt standaard op de laagnaam ‘C3D-ALIGNMENT’ geplaatst. Dit ziet er niet erg NLCS-achtig uit en dat klopt ook. De Civil 3D objecten zelf worden niet op NLCS lagen geplaatst maar op lagen die beginnen met ‘C3D-‘. Omdat in de template is ingesteld dat de Style ‘BNL_Ontwerp Layout’ op een nieuwe Alignment toegepast moet worden, kun je aansturen dat de elementen binnen een Alignment wel op de juiste NLCS laag geplaatst worden.

Het object zelf, de Alignment, wordt geplaatst op ‘C3D-ALIGNMENT’.

Maar in het instellingenvenster, tabblad Object Layers, kun je ook instellen dat de laagnaam samengesteld moet worden uit een default laagnaam plus een prefix of suffix. Dit doe je in de kolom ‘Modifier’. In de kolom ‘Value’ kun je het aanvullende deel toevoegen.

Door bij de belangrijkste objecten zoals Alignment, Corridor of Surface de Modifier Suffix in te stellen met als waarde ‘-*’, wordt de laagnaam  aan het eind voorzien van een streepje plus de naam van het nieuwe object. Overigens kun je dit bij het aanmaken van nieuwe objecten ook weleens afzonderlijk doen, bijvoorbeeld bij het maken van een terreinmodel. Het sterretje wordt vervangen door de naam van het object.

En zo heb je na het aanmaken van enkele nieuwe objecten een serie laagnamen waarop de verschillende objecten staan.

De laagnamen worden niet dynamisch bijgewerkt overigens, als je de naam van een object wijzigt, dan blijft de laagnaam zoals het was.